Ik werd wakker in een slaapzaal. Ik zat niet vastgebonden of iets. Ik stond op en liep naar de deur, maar die zat dicht. Ik probeerde een andere deur, en daar was een douche. Bij de laatste deur zat een wc. Plotseling ging er een bel, en de 1e deur ging open. Er kwamen allemaal meisjes binnen, die druk zaten te kletsen. Ze zagen mij niet staan, en liepen me zo voorbij. Ik ging weer op het bed zitten, en wachtte. Ik wist niet waarop ik wachtte, maar ik bleef daar maar zitten. Plotseling begon het meisje naast mij tegen me te praten. "Ben je nieuw?" Ik knikte. Toen liep ze weg, ik wou haar roepen, zodat ze bij me zou blijven, maar ik wist haar naam niet. Ik wist hier helemaal niks. Toen opeens ging het licht uit, en er waaide een soort mist in de slaapkamer. Iedereen holde naar zijn bed, en ging lekker liggen. Ik niet, ik wachtte, maar ik wist niet waarop. Ik stond rechtop, en de rook kringelde naar boven. "Ga liggen!" zei het meisje, maar ik bleef staan. Toen was de rook op de hoogte van mijn middel, en iedereen die lag zat in de rook, en viel in slaap. Ik ging op het bed staan, want ik wou niet in slaap vallen, maar het hielp niet. Het was al weer tot aan mijn middel gestegen. Het bleef maar stijgen, en uiteindelijk werd alles zwart. Ik hoorde een knal, en wist niet waarvan. Ik deed mijn ogen open, en zag dat ik het het geluid had gemaakt: ik was gevallen. Ik probeerde mijn ogen open te houden en op te staan, maar het lukte niet. Langzaam, maar zeker gingen mijn ogen weer dicht. Ik was buiten westen...
Kwam mijn voorgevoel nu toch uit? En wat zou het dan betekenen. Langzaam liep ik met hem mee. Hij hield het koude mes nog steeds onder mijn keel, en ik huiverde. Er stond om de hoek een busje, en daar duwde hij me in. Zelf stapte hij ook in. Met handboeien maakte hij me aan een stoel vast. Ik kon nu echt niet meer weg. De ramen waren verduisterd, zodat er niemand naar binnen kon kijken. Hij deed de deur dicht. Er kwam nu alleen nog licht uit het raampje, van de kabine voorin. Ik hoorde weer een deur open gaan, en ik voelde de wagen schommelen. Met een klap ging de deur weer dicht. Hij keek nog even naar me door het raampje, en deed toen een gordijn ervoor. Opeens was het pikkedonker. Ik zag geen hand meer voor ogen. Ik was te schor om te schreeuwen, als dat dan ook al zin had. Ik hoorde het geluid van de motor, die met een schok aanging. Toen reden we weg. Daar zat ik dan, op de grond aan een stoel vast gemaakt. Ik kon niks meer, behalve huilen. En dat deed ik dan ook. Wat moest ik anders, ik wist niets. Wat zou er met me gebeuren? Waar gingen we heen? En nog belangerijker, zou ik het overleven? We draaide een rondje, we gingen de rotonde over. We namen de 2e afslag. Welke weg wat dat ook al weer? Toen stopte we. De man stapte uit, en de deur ging open. Ik knipperde tegen het licht, ook al had ik er maal heel even in het donker gezeten, het licht brandde. "Jij weet hier toch de weg?" Ik zei niks. Hij gooide iets naar binnen, en deed toen snel de deur dicht. Ik zat weer in het donker, en wachtte tot we weer gingen rijden. Ik hoorde hoe hij weer instapte, en de motor starte, maar hij reed niet verder. Toen opeens kwam er iets uit het flesje. Of verbeelde ik me dat nou? Het leek wel rook. Ik knipperde nog een keer met mijn ogen. Ik kon nog niet helemaal goed zien in het donker, maar ik wist zeker dat ik me dit niet verbeelde. De rook kwam dichterbij, en ik voelde me plotseling slaperig worden. Ik kon niet meer nadenken. Ik zakte onderuit, en zag het gordijn opzij gaan. De man glimlachte naar me. Toen was ik in dromenland, waar ik niks meer van de werkelijkheid wist.Toen ik wakker was waren er een paar meisjes verdwenen, en de andere sliepen nog. Ik stond op, maar struikelde over een koffer. Ik maakte hem open, en zag een paar van mijn eigen spulletjes staan. "Hoe komt dit nou hier" fluisterde ik. Ik was bang, dat geef ik toe. Maar is dat dan zo raar? Dingen van vroeger begon ik te vergeten. Ik wist bijvoorbeeld niet zo goed meer hoe mijn zusje, en mijn oma eruit zagen, terwijl ik zoveel met hun had gedaan. Ik wist niet meer hoe mijn kamer er uit zag, en mijn beste vriendin... Had ik er eigenlijk wel een? Ik wist het niet meer, ik begon alles te vergeten, totdat ik niks meer wist. Totdat ik zou doen wat hij van me wou. Hij, wie was hij eigenlijk?
Toen ik mijn koffer een beetje had uitgepakt, ging ik zitten. En na een paar minuten werd het meisje naast mij wakker. Je weet niet hoe blij ik daar mee was. Natuurlijk vind ik het niet erg om af en toe alleen te zijn, maar in deze situatie is alles anders. Zelfs ik ben anders geworden, ookal was ik er nog maar net. Ik kon er niks aan doen, het lag aan de sweer. We keken elkaar een tijdje aan, totdat opeens de deur met een dreun openging...
klik hier om verder te lezen...
klik hier om verder te lezen...